VACCINATIES

 

Er is veel te doen over vaccinaties en vooral over de vraag of het sowieso zinvol is om het lichaam van de hond of kat hier extra mee te belasten.

Als dierenarts kan ik in ieder geval bevestigen dat het nog steeds af en toe voorkomt dat er bijvoorbeeld een hond aangeboden wordt met Parvo of Ziekte van Weil. Uiteraard is vaccinatie geen garantie dat een hond of kat niet ziek wordt, maar de kans op overleven wordt er wel door verbeterd.

 

Vaccinatie Hond

Pups krijgen, via de moedermelk, afweerstoffen tegen infectieziekten binnen. Dit wordt ook wel de Maternale Immuniteit genoemd. Op jonge leeftijd is de pup dus beschermd tegen infectieziekten die de teef heeft doorgemaakt en/of waartegen zij afweer heeft opgebouwd (bijvoorbeeld door vaccinatie).

Het is wel belangrijk te beseffen dat het hier om passieve immuniteit gaat en dat deze  bescherming na verloop van tijd verdwijnt waarna de pup onbeschermd is. Het verschilt per individuele pup wanneer de maternale bescherming afneemt.

Om die reden worden jonge pups in de regel 3 keer gevaccineerd:

  • Op 6 weken leeftijd tegen Parvo en Hondenziekte
  • Op 9 weken tegen Parvo en Ziekte van Weil
  • Op 12 weken tegen Parvo, Hondenziekte, Hondenhepatitis en Ziekte van Weil

Op deze manier wordt geprobeerd de onbeschermde periode te overbruggen/ zo kort mogelijk te houden.

Pas na vaccinatie heeft de pup een actieve immuniteit en maakt het lichaam van de pup dus eigen antistoffen.

 

Titeren:

Tegenwoordig is titeren erg populair. Gezien het bovenstaande zijn wij echter van mening dat het titeren van jonge pups weinig zinvol is. Fokkers die hun jonge pups laten titeren meten namelijk de maternale immuniteit (passieve immuniteit) maar geven eigenlijk onbeschermde pups mee aan de nieuwe eigenaren met alle risico's van dien. De pups hebben namelijk nooit een actieve immuniteit opgebouwd/ kunnen opbouwen.

Het advies is dan ook om jonge pups volgens schema te vaccineren en pas met titeren te beginnen als de hond rond de 12 tot 15 maanden is en besloten moet worden of en waarmee de hond moet worden geboosterd.

Daarnaast kan het voor jonge pups een behoorlijk traumatische ervaring zijn om te moeten worden gefixeerd (vast gehouden) voor de bloedafname waaraan ze mogelijk geen positieve associatie met de dierenarts overhouden.

 

Frequentie:

Het is in principe niet noodzakelijk elk jaar voor alles te vaccineren. Eigenlijk is de vaccinatie tegen Ziekte van Weil de enige die jaarlijks wordt gegeven en het is niet mogelijk of zinvol te titeren voor Weil.

De Parvo, Hondenziekte en Hondenhepatitis worden elke 3 jaar gegeven te beginnen op 1 jarige leeftijd (en daarna dus op 4 jaar, 7 jaar etc.).

 

Besmettelijke Kennelhoest:

Een veelvoorkomende infectie die op alle leeftijden voorkomt en niet alleen in kennels. Op elke plaats waar veel honden samenkomen (show, hondencursus, pension enz.) is kennelhoest een (klein) risico.

Jonge pups:

Aan de ene kant willen we de jonge pup in een toch al stressvolle periode (de overgang van fokker naar eigenaar) niet onnodig vaccineren. Aan de andere kant zit de pup tot de leeftijd van 12 weken in de primaire socialisatie fase waarin de 'blauwdruk voor het leven' wordt gevormd en de pup zoveel mogelijk ervaring op moet doen over de grote buitenwereld. Op deze leeftijd is dat oa. de puppy cursus waarin de hond allerlei leeftijdsgenootjes ontmoet in alle soorten en maten. Er wordt wel eens geadviseerd om tot 18-21 weken zonder hond naar de cursus te gaan en thuis te oefenen maar dan mist de hond belangrijke ervaringen die later niet of nauwelijks ingehaald kunnen worden.

Daarom is toch het advies de jonge pup te vaccineren.

Oudere honden:

Als honden in pension moeten vragen veel pensionhouders een vaccinatie tegen kennelhoest. Deze vaccinatie moet minstens 3 tot 6 weken vóór verblijf gegeven worden en is ongeveer 1 jaar geldig.

Toediening:

Voor het verkrijgen van een goede lokale immuniteit heeft de neusenting de voorkeur. In de praktijk blijkt dat sommige honden echter een enorme hekel hebben aan deze manier van toedienen. Voor deze honden zou de orale enting (in de bek) een optie kunnen zijn. Een injectie is ook mogelijk, maar dan zien we toch af en toe een zwelling op de plaats van de injectie. Welke vaccinatie het beste past is dus afhankelijk van de situatie.

 

Hondsdolheid (Rabiës):

Formeel is Nederland Rabiës vrij en is deze vaccinatie niet verplicht. In de praktijk komt het erop neer dat deze vaccinatie alleen gegeven wordt als de hond naar het buitenland gaat. Deze vaccinatie dient minimaal 3 weken van tevoren gegeven te worden en is 3 jaar geldig. Vanaf 12 weken leeftijd kan de vaccinatie aan de hond gegeven worden.

Dit gegeven heeft wel belangrijke consequenties bij het invoeren van pups naar Nederland: aangezien de vaccinatie pas met 3 maanden kan worden gegeven en pas na 3 weken geldig is, betekent dat dat een pup pas met 15 weken in Nederland kan worden ingevoerd!

 

 

VACCINATIE KAT

Ook bij kittens komt de eerste afweer, via de moedermelk, uit de Maternale Immuniteit. Net als bij pups neemt deze passieve immuniteit af na verloop van tijd en verschilt het per individu wanneer dat is. Pas na vaccinatie (of het doormaken van infectie) wordt er actieve immuniteit opgebouwd.

Bij katten wordt vooral gevaccineerd tegen Niesziekte en Kattenziekte. Bij zwerfkittens kan het raadzaam zijn al de eerste vaccinatie op de leeftijd van 6 weken te geven, maar in principe wordt er gevaccineerd volgens het schema:

  • Op 9 weken leeftijd: 1e vaccinatie tegen Kattenziekte en Niesziekte
  • Op 12 weken leeftijd: 2e vaccinatie tegen Kattenziekte en Niesziekte
  • Op 1 jarige leeftijd vaccinatie tegen Kattenziekte en Niesziekte

 

Daarna wordt Niesziekte jaarlijks gegeven en Kattenziekte een keer per 3 jaar.

In de praktijk dienen katten dus jaarlijks te worden gevaccineerd.

 

"Mijn kat komt nooit buiten, waarom zou ik dan vaccineren? "

Juist omdat de kat nooit buitenkomt, wordt de afweer nooit geprikkeld en bouwen ze weinig actieve immuniteit op. De kat is daarom juist extra gevoelig voor infecties. Wie wel veel buitenkomt is de eigenaar zelf! Bij vrienden, kennissen of gewoon op straat komt men andere katten tegen en via schoeisel of kleding kan dan de eigen kat besmet worden. Wij adviseren dus om ook binnenkatten te vaccineren.

 

Bordetella:

Bij plaatsen waar veel katten samen komen (pensions, shows cattery's) kan deze luchtweginfectie rap om zich heen grijpen. Sommige pensions willen dan ook graag dat de kat via de neusenting gevaccineerd wordt.

Vaccinatie kan vanaf de leeftijd van 8 weken en dient minimaal 72 uur van tevoren te worden gegeven. De vaccinatie geldt voor 1 jaar.

 

Hondsdolheid (Rabiës):

Net als bij de hond is ook voor de kat een Rabiës vaccinatie verplicht bij verblijf in het buitenland. Voor verdere info zie "Vaccinatie Hond".